Veel jongvolwassenen kampen met mentale gezondheidsproblemen: in de categorie 18-25 jaar heeft 11% last van psychische ongezondheid. Zoals te lezen valt in het artikel over Mental Health First Aid, is het heel belangrijk om deze mentale gezondheidsproblemen bespreekbaar te maken. In deze serie van drie artikelen delen drie verschillende Orcanen hun verhaal. Vandaag is Tim aan het woord.
Tim is een enthousiaste en ambitieuze derdejaars Orcaan, die actief is in meerdere commissies. Vandaag vertelt hij hoe het is om je een tijd minder goed te voelen, en hoe hij hier zelf mee om is gegaan.
Tim: “Ik wil mijn verhaal delen, omdat ik merk dat studenten in de huidige maatschappij steeds meer druk ervaren om dingen naast hun studie te doen. Dit kan bij sommige mensen tot mentale problemen leiden. Daar ligt soms nog een enorm stigma op. Dat had ik zelf eerst ook. Vroeger dacht ik dat mentale problemen makkelijk op te lossen waren, en dat deze problemen weg zouden gaan door bijvoorbeeld beter te plannen. Maar je begrijpt het pas echt als je zelf in een moeilijke situatie komt. Dan begrijp je ook beter dat het iets is waar je echt mee moet leren omgaan. Je moet dan accepteren dat het ook oké is om je soms gewoon kut te voelen.”
“In het begin besteedde ik geen aandacht aan hoe slecht ik me voelde, ik vermeed het vooral.”
“Vorig jaar werd ik gediagnosticeerd met diverse angststoornissen, depressie en ADHD (attention deficit hyperactivity disorder). ADHD werd bij mij pas op late leeftijd gediagnosticeerd, waarschijnlijk omdat ik vroeger vrij makkelijk op school mee kwam en me nooit zo hoefde te concentreren. Op de uni moest ik dit ineens meer, en omdat toen ook mijn angstgedachtes getriggerd werden, kreeg ik ineens veel last van mijn ADHD.”
“Het begon ongeveer in november 2018. In het begin besteedde ik geen aandacht aan hoe slecht ik me voelde, ik vermeed het vooral. Ik deed veel extra activiteiten om maar niet te hoeven denken aan hoe ik me voelde. Maar op momenten dat ik dan alleen was, kwam het extra hard binnen. Op een dag lag ik in bed en triggerde er ineens iets. Ik begon ontzettend te piekeren. Dat ging een tijd zo door, tot ik afgelopen zomer bij mijn ouders was en ik helemaal niets meer kon. Ik kon niet meer mijn bed uitkomen. Mijn ouders adviseerden me toen om hulp te zoeken.”
“Ik ben nog steeds Tim, je kan nog steeds lachen, gieren, brullen met me. Dat is niet anders nu.”
“Ik ben naar een psycholoog en psychiater gegaan, en dat hielp mij goed. Ik voelde me enorm begrepen. Het voelde wel als een grote stap, omdat er een soort schaamte bij komt kijken. Dat komt deels door het stigma: je bent bang dat wanneer je zegt dat je naar de psycholoog of psychiater gaat, mensen meteen denken aan uitersten. Je bent bang dat mensen meteen denken dat er iets heel ernstigs aan de hand is. Ik zie het nu zelf meer zoals wanneer je bijvoorbeeld naar de huisarts gaat voor een kwaaltje. Alleen zit het kwaaltje dan in je hoofd. De psycholoog kon mij goed helpen met angsten relativeren en stappen zetten. Daarnaast hielp de medicatie bij dit proces, waardoor de klachten aanzienlijk verminderden en ik sneller dingen weer kon oppakken. Als ik vergelijk wat ik nu doe, en wat ik in september deed, dan zijn dat hele grote stappen. Het was eerst wel even wennen om aan een wildvreemde tot in detail mijn verhaal te vertellen, maar de opluchting was daarna groot.”
“Diezelfde opluchting voelde ik ook toen ik het aan mijn omgeving vertelde. Ik heb het niet aan de grote klok gehangen, maar heb wel open kaart gespeeld bij een aantal mensen en eerlijk verteld waarom ik wat minder in mijn vel zat. Ik vond het heel vermoeiend om de schone schijn op te houden en zag daar ook het nut niet van in. Iedereen reageerde eigenlijk heel begripvol. Ik merkte tot mijn verbazing dat mensen geen vooroordelen over mij hadden toen ik zei dat ik naar de psycholoog ging. Ze vroegen juist door en kregen meer begrip voor mijn situatie. Niemand heeft een vooroordeel geuit of geen begrip getoond. Ik ben door niemand anders behandeld en dat had ik ook niet gewild. Ik ben nog steeds Tim, je kan nog steeds lachen, gieren, brullen met me. Dat is niet anders nu.”
Willem-Alexander: “De zoektocht naar geluk mag geen obsessie worden.”
“Ik merk dat het in de samenleving ook steeds meer besproken wordt. In de kersttoespraak noemde Willem-Alexander het ook bijvoorbeeld: “de zoektocht naar geluk mag geen obsessie worden.” Dat is vooral voor ons, jonge mensen, heel belangrijk. We zijn geboren in een maatschappij met economische groei, alles komt ons als het ware aanwaaien. Maar het leven heeft soms nu eenmaal tegenslagen en teleurstellingen horen erbij. Dat is niet het einde van de wereld. Soms moet je onzekerheid verdragen, hoe lastig dat ook is. Ik vind dit nog steeds zelf ook heel lastig, maar als je het kunt verdragen, merk je vanzelf dat het beter wordt.”
“Kies voor de paar dingen die je echt leuk vindt en kies daarnaast voor rust voor jezelf.”
“Er zijn nog steeds wel momenten dat het lastig is. Ik heb last van angstgedachten, die niet uit mijn hoofd gaan, waardoor ik in een vicieuze cirkel beland. Ik heb van mijn psycholoog cognitieve gedragsoefeningen gekregen, waarbij je een gedachte die je hebt als het ware uitdaagt en relativeert. Hierdoor zitten de gedachten minder lang in mijn hoofd. Het komt nog wel een paar keer per dag terug, maar ik pieker niet meer urenlang, zoals vorig jaar. Ik merk het op, maar ga er niet inhoudelijk op in. Het verschilt natuurlijk per persoon in hoeverre je helemaal van je mentale klachten afkomt. Bij mij is de somberheid gelukkig weg, en met de angstgedachten en ADHD-klachten leer ik leven.”
“Mijn advies voor anderen is: zorg ook voor ontspanning. Er ligt soms zo’n grote prestatiedruk op studenten, vanuit universiteit en toekomstige werkgevers. Zorg ook dat je tijd voor jezelf hebt, om lekker te wandelen of een boek te lezen. Zo doe ikzelf bijvoorbeeld aan mindfulness, wat mij echt helpt om mijn hoofd leeg te maken. Plan niet al je avonden vol, doe niet elke commissie. Je hoeft niet je gehele CV in 3 jaar op te bouwen. Kies voor de paar dingen die je echt leuk vindt en kies daarnaast voor rust voor jezelf. Dat is beter dan drie dingen half doen en nooit rust hebben. En mocht je je al slecht voelen, weet dan dat je niet alleen bent. Het kan ook helpen om erover te praten, dat lucht op. Soms kan iemand anders al veel voor je betekenen door gewoon te zeggen “hé, wat vervelend voor je.” Weet ook dat het oké is om soms minder goed in je vel te zitten. Het bepaalt niet wie jij bent. Het accepteren van jezelf, dat is denk ik de grootste stap die je kunt zetten.”