Orcaan aan het woord: Nina’s verhaal over “depressie en dwangmatige ‘persoonlijkheidsstoornis’”

Veel jongvolwassenen kampen met mentale gezondheidsproblemen: in de categorie 18-25 jaar heeft 11% last van psychische ongezondheid. Zoals te lezen valt in het artikel over Mental Health First Aid, is het heel belangrijk om deze mentale gezondheidsproblemen bespreekbaar te maken. In deze serie van artikelen delen verschillende Orcanen hun verhaal. Vandaag is Orcaan Nina aan het woord.

TRIGGERWARNINGS: depressie, automutilatie, dwangmatige denkpatronen

Ik ben Nina, 22 jaar en 2e jaars Master student Infection and Immunity. Ik ben 4e jaars Orcaan en zit bij Hardslag. Mijn tijd op Orca heeft voor m’n gevoel niet de normale curve meegemaakt. In je eerste jaar wordt het ideaal gezien als je overal aanwezig bent, je hecht wordt met je ploeg, je gezicht veel laat zien op feesten en met commissies start. Voor mij was dit allemaal totaal niet mogelijk, maar toch moest het van mezelf. 

In mijn 2e Bachelorjaar startte ik bij Orca (2018). Dit was ook het jaar dat ik na vele jaren struggelen besloot dat ik echt niet zo verder kon leven, ik trok het allemaal echt echt niet meer, alles in mij was op en ik had hulp nodig. Ik had al sinds mijn 15e last van stemmingswisselingen, maar ik dacht dat dat bij het leven hoorde en dat iedereen wel zoiets had. Alleen door mijn studiedruk op de uni en het idee dat ik altijd maar gezellig moest doen om nieuwe vrienden te maken, werden deze stemmingswisselingen een stuk erger. Mijn depressie kwam altijd met vlagen, dus ik wist altijd dat het beter zou worden en dat ik ‘er maar gewoon even doorheen moest leven’. Maar als je je ‘standaard’ periodes een cijfer tussen de 4 en 5 geeft en je slechte periodes een 2, dan is dat toch echt niet normaal.

Denkpatronen

Als ik in een depressieve periode zat, spookten de meest toxische gedachtegangen door m’n hoofd. Het was een negatieve zelfversterkende vicieuze cirkel: ‘je bent dom, je bent lelijk, je bent het niet waard, iedereen vind je stom, je bent er wel bij maar je hoort er niet echt bij, als je er niet was dan zou niemand je missen’. Die gedachten waren er altijd wel, maar in ‘betere’ periodes kon ik ze beter rationaliseren en opzij zetten. In de slechte periodes kon ik tegen mezelf zeggen wat ik wilde, maar ik bleef me minderwaardig en kut voelen. Iedere situatie waar dit getriggerd werd was een bevestiging van wat ik al dacht. Dan nog de straffende stem van ‘zie je wel’ gevolgd door de torenhoge eisen dat je beter, mooier, slimmer, sterker en leuker moest zijn. Het moment dat alleen al “hoi’’ zeggen overdacht werd met of ik dat wel leuk genoeg deed.

“Een rustige coma van een paar maanden, waarin ik niks hoefde en dat alles daarna beter zou zijn, sprak me wel aan. Gewoon eventjes rust.”

Als ik dan jankend alleen in bed lag of zulke gedachten had, deed ik er alles aan om het niet te hoeven voelen. Mij focussen op iets anders bleek als enige te helpen. Obsessief veel sporten om zo moe te zijn dat ik geen energie meer had om na te denken. Altijd maar mezelf bezig houden met activiteiten of Netflix. En als ik dan toch alleen was en niks anders kon doen dan denken, ging ik fysieke pijn gebruiken om maar ergens anders op te kunnen focussen. Het moment dat ik mezelf sneed, schaafde of blauwe plekken sloeg om maar iets anders te voelen, was echt een van mijn dieptepunten. Maar het werkte, waar niks anders dat deed. Ik zorgde ervoor dat het of op onzichtbare plekken was, of dat ik een goed verhaal had waar het vandaan kon komen, om het maar niet over te hoeven hebben hoe het echt met me ging. Ik heb nooit serieus aan zelfmoord gedacht, omdat ik wist dat het weer beter zou worden. Maar ik zou ook niet uit de weg van een tram zijn gestapt als ik me daar toevallig bevond. Een rustige coma van een paar maanden, waarin ik niks hoefde en dat alles daarna beter zou zijn, sprak me wel aan. Gewoon eventjes rust.

Ik MOEST van mezelf perfect zijn, ik MOEST leuk gevonden worden en ik droeg altijd een masker. Niet leuk gevonden worden zou anders weer een bevestiging zijn van mijn denkbeeld over mezelf en mijn plek in de wereld. Het was dwangmatig. Het was perfectionistisch en compleet onhaalbaar. Toch was dit de realiteit van mijn leven. Pas achteraf, nu het wat beter met me gaat, zie ik in hoe absurd dit was. Als er tegen me werd gezegd om rustiger aan te doen en met dingen te stoppen, was dat ook geen optie voor mij. Want als ik niet roeide, studeerde, turnde, commissies deed en feestte, wie was ik dan nog? Ik had het gevoel dat ik niks waard was als ik ergens mee zou stoppen, en ik dan een gedeelte van mezelf zou kwijtraken. Ook voelde het alsof ik 2 personen was, eentje die ik leuk vond: de ‘normale Nina’, en de ‘depressieve Nina’ die een zoutzak was en altijd alle energie uit mensen en situaties weg slurpte. Die tweede versie wilde ik nooit zijn, want ‘normale Nina’ kon wel alles aan, en was leuk en spontaan, de andere versie was een handicap die weg moest. 

Ik had het gevoel dat ik nooit iemand teleur kon of mocht stellen. Al was ik al 20x over mijn grens gegaan en kon ik het echt niet meer aan om te trainen, durfde ik niet af te zeggen, want daarmee zou ik iedereen teleurstellen. Als je koorts hebt is dat prima, als je been gebroken is kan je natuurlijk ook niet trainen, maar depressie en die vermoeidheid die daarmee gepaard gaat vond ik zwaktes die er niet mochten zijn. Ik had momenten waar ik me jankend uit bed trok en jankend in de bus zat van vermoeidheid, om toch naar training te gaan terwijl ik compleet gebroken was. Vervolgens kwam ik aan met een lach en zei ik dat ik wel een beetje moe was, dus dat ik niet lang zou blijven borrelen na de training. En dan toch langer te blijven om er maar bij te horen en leuk gevonden te worden. 

Omdat ik het vaak toch echt niet aankon, was ik er niet altijd met training of borrels, waardoor ik altijd het gevoel had dat ik buitengesloten was. Ik snapte de inside jokes niet, ik kende de verhalen niet, dit alles bevestigde dan maar het beeld dat ik er niet echt bij hoorde… Dit lag absoluut niet aan mijn ploeg, maar lag aan de triggers en patronen die ik jarenlang had ontwikkeld. Ik had wel steun aan andere vriendinnen die met soortgelijke problemen kampte, maar had niet het gevoel dat ik het er met m’n ploeg over kon hebben, want ‘ze vonden me toch al kut’… Realistisch gezien was dit totaal niet waar, maar probeer jezelf dat maar eens te laten geloven als je 24/7, jarenlang, deze gedachte hebt. 

Orca en openheid

Ik had zolang de schijn hoog gehouden dat het prima met me ging, dat ik me een leugenaar begon te voelen. Op een gegeven moment had ik door dat het niet beter zou gaan in mijn relatie met m’n ploeg als ik het er niet gewoon over zou hebben, zodat er inzicht en begrip zou zijn. Ik nam ergens wel aan dat ze het positief, of in ieder geval niet heel slecht zouden opvatten, omdat we toch een leuke en hechte vriendengroep zijn. Desondanks, bleven de angsten een grote drempel. Ik beef gedachten houden als: ‘ze vinden me dan stom, ze willen niks meer met me te maken hebben, ze snappen het niet, ze gaan me anders behandelen, ze gaan me zielig vinden’. Ook was er nooit een goed moment, want of iemand was er niet bij, of we gingen naar een feestje of deden iets leuks en dan wilde ik de sfeer niet verpesten. Op 1 december 2019 besloot ik het na heel veel angst dan maar via Whatsapp aan Hardslag te vertellen. Waar ik al sinds de Arco 2018 ongelofelijk tegenop zag. Ik kon het online beter kwijt en beter van me af zetten, omdat het dan minder persoonlijk voelde. My worst nightmares did not come true, iedereen deelde hoe vervelend ze het vonden en dat ik altijd bij ze terecht kon als ik ergens over wilde praten of gewoon afleiding zocht. Vervolgens gingen de alledaagse gesprekken gewoon weer verder als daarvoor over wie er wanneer in de boot kon. Dit vond ik heerlijk: er was begrip maar geen verandering in gedrag. De drempel over gaan in deze situatie met mijn ploeg, heeft me ook intens geholpen om het er met andere mensen over te hebben waarvan ik het idee had dat ze het nooit zouden kunnen begrijpen. Ook vond ik het leuk om te zien dat als ze aan me vroegen hoe het ging en ik eerlijk antwoordde met slecht, ze wilden helpen. Of als ik antwoordde met goed, ze overduidelijk oprecht blij voor me waren. Dat vond ik super schattig en lief en raakte me echt.

“De drempel over gaan in deze situatie met mijn ploeg, heeft me ook intens geholpen om het er met andere mensen over te hebben waarvan ik het idee had dat ze het nooit zouden kunnen begrijpen. “

Sinds de laatste paar maanden ben ik sowieso veel opener naar mensen in m’n leven over mijn situatie, juist ook om het taboe te doorbreken en de opening voor het gesprek te initiëren. Een opening die ik graag gewild zou hebben toen het zo vreselijk met mij ging. Je bent op je pijnlijkste, kwetsbaarste moment, en moet je dan openstellen voor potentiële nare reacties die het allemaal nog erger maken. Dat is vaak veel te veel gevraagd, en dus is iedere opening of lieve reactie helpend. Daarom ben ik ook zo ongelofelijk blij met dit initiatief van “Orcaan aan het woord”. Ik vind het alsnog wel heel eng om me zo open en bloot te geven voor zoveel mensen. Toch heb ik er wel vertrouwen in dat dit kan binnen Orca. Toen ik aan mijn ploeg vertelde dat ik mijn verhaal wilde delen via “Orcaan aan het woord”, twijfelde ik over of ik dit onder mijn naam of anoniem wilde doen. Enerzijds, was ik toch bang voor slechte reacties op mijn verhaal, of dat mensen me een aandachtshoer zouden vinden. Anderzijds, omdat ik het wilde hebben over hoe ik me voelde binnen de ploeg, maar hen niet in een slecht daglicht wilde zetten. Ik had angst dat mijn verhaal wellicht verkeerd zou overkomen naar anderen. Dat ik mij buitengesloten voelde, terwijl ze me juist alle mogelijke steun hebben gegeven en ik ongelofelijk blij met ze ben. Dat gevoel kwam echt vanuit mijn triggers en niet door hun gedrag. Wederom kreeg ik de steun dat ze trots op me waren en dachten dat het inderdaad anderen kon helpen om zoiets te horen. Ze steunden me om dit te vertellen zoals het voor mij voelde en dat ik moest kijken naar wat ik zelf wilde. Dit heeft me doen besluiten mijn verhaal vanuit mezelf te schrijven. Ze gaven aan dat het ook out of the blue kwam dat ik het vertelde toen, dus dat dat voor anderen ook zo kan zijn.

Een sociaal vangnet is een van de belangrijkste dingen in herstel, maar ook therapie is vitaal. Ik had mijn huidige steun van mensen nooit gehad, als ik niet ook in therapie was gegaan om in te zien dat ik het waard ben om geholpen te worden. Want als iemand een probleem had, wilde ik altijd helpen, zonder enige nare gedachte erbij. Maar als ik de zelf hulp zou vragen, dan was het een zwakte en moest ik het allemaal maar alleen kunnen. Je kan, hoeft, en wilt dit niet allemaal alleen doormaken: ZOEK HULP, dit maakt je niet minder. Als je been gebroken is blijf je er ook niet op doorlopen, maar ga je naar de dokter.

Lang leve de therapie

Disclaimer: zie het volgende stuk niet als ontmoediging, houd vol en therapie helpt echt! Ik schrijf dit gedetailleerd omdat het inzicht geeft in hoe belangrijk het is om iemand in zo’n traject te ondersteunen en dat het geen schande is. Maar in principe is therapie laagdrempelig en zou ik het vooral aanraden.

Mijn traject binnen de GGZ ging helaas niet zonder slag of stoot, toen ik na jaren van me kut voelen eindelijk als laatste hoop aan de bel trok. Ik ging in september 2018 naar mijn huisarts, die gelijk doorhad dat er iets mis was. Hij heeft mij doorverwezen naar de basis GGZ voor depressie. Ik werd op de wachtlijst gezet voor een intake en dat duurde meer dan een maand, daarna moest ik nog 2 maanden wachten voor de start van de eerste therapie. In alle wachttijden hield ik mij vast aan het idee dat ik het alleen maar hoefde vol te houden tot mijn volgende afspraak en dat het dan allemaal beter zou worden, iedere. keer. weer. Na de cognitieve gedragstherapie waar ik in februari 2019 mee was gestart was ik in juni ‘uitbehandeld’. Ik kon of door naar de specialistische GGZ, of aan de medicijnen. Ik koos voor de optie om verder in therapie te gaan, omdat het onderdrukken met medicijnen me niet aansprak. Er zou hierbij niet aan de kern van het probleem worden gewerkt. Dit keer was het 6 maanden tot intake. Bij de intake in december 2019 besloten ze me op de lijst te zetten om een persoonlijkheidsstoornis test af te nemen. Wederom 2 maanden wachten. In februari 2020 (17 maanden na mijn alarmbel bij de huisarts) werd ik naast depressie ook gediagnosticeerd met dwangmatige persoonlijkheidsstoornis. Ik zag dit meer als een label wat zij nodig hadden om me te behandelen, dan dat er daadwerkelijk iets mis was met mijn persoonlijkheid. (Ze gaan de naam ook veranderen, want het is ook geen fout in je persoonlijkheid. Het betekent dat helpende patronen om met emoties om te gaan van vroeger ingesleten zijn en je nu in de weg zitten.) Het gaf mij wel erg veel herkenning over waarom ik steeds maar niet uit die vlagen van depressie kwam. Eerst kreeg je een introductie groep waarbij je doelen ging stellen, online vanwege Corona, maar daar kon ik pas in mei mee beginnen, dus weer 3+ maanden wachten. Dit was voor mij de laatste druppel, ik hield het allemaal echt niet meer vol. 

Ik besloot toch het aanbod van medicatie aan te nemen, en ik startte met antidepressiva in maart 2020. Je mocht op deze medicatie tijdens de instellingsfase niet autorijden of drinken, dat laatste was toch onhandig als student. Het was echter nodig, en het is ook erg belangrijk dat je dit echt niet doet. Helaas had ik bijwerkingen van de antidepressiva: ik kon o.a. niet slapen. Op naar de slaapmedicatie: ik kwam 9 kg aan in een maand en had gigantische vreetbuien, wat me ongelofelijk veel angst gaf. Met een slecht zelfbeeld was dit niet echt een denderende ontwikkeling. Ik ging weer van de slaapmedicatie af en dat ging gelukkig tegen die tijd prima. Na de instellingsfase van de antidepressiva veranderde mijn stemming drastisch. Zo drastisch dat ik dacht dat ik manisch was geworden (bipolaire stoornis). Ik belde de noodlijn om te vragen wat er aan de hand was en of ik niet van mijn medicatie af moest. De mevrouw aan de lijn luisterde naar mijn angsten en symptomen, ze vertelde me dat dit eigenlijk heel normaal klonk. Dit was hoe mensen zich normaal voelden. Ik wist niet of ik moest lachen of huilen, dit was een ongelofelijk shock voor mij. Is dit hoe het moest voelen om te leven? Op dit moment had ik pas echt echt door hoe ongelofelijk slecht het al veel langer met mij was gegaan. Wat ik altijd als een 7/10 beschouwde, bleek dus echt een 4 tot 5/10. Sindsdien ben ik erg tevreden met mijn medicatie.

“Je kan, hoeft, en wilt dit niet allemaal alleen doormaken: ZOEK HULP, dit maakt je niet minder. Als je been gebroken is blijf je er ook niet op doorlopen, maar ga je naar de dokter.”

In mei begon dan eindelijk de introductiegroep, daarna zou ik in oktober een jaar lang schematherapie krijgen. Er was toch geen plek en dit werd februari 2021. Ondertussen ging het gelukkig wel beter met mij door de medicatie en had ik veel steun aan vriendinnen. De wekelijkse groepstherapie (iets wat ik oorspronkelijk helemaal niet wilde) heeft mij ongelofelijk veel geholpen. Het eerste half jaar had ik niet het gevoel dat het veel deed behalve mij ongelofelijk slopen. Er werd constant tegen mij gezegd dat ik gesloten was en meer contact moest maken met mijn emoties, iets waarvan ik niet wist hoe, en wat ik erg eng vond. Wat als ik er dan niet meer uit kon komen en weer in een depressieve periode zou belanden? Het was wel heel erg fijn om mezelf in andereren te herkennen, mensen die met dezelfde problemen en denkpatronen zaten en je een spiegel voor kunnen leggen. 

In oktober begonnen we met een deel van de therapie waar we imaginaties deden. Je ging met de hele groep terug naar een moment in je verleden om het te herbeleven en er een positieve wending aan te geven. Dit was voor mij denk ik het keerpunt in mijn therapie. Zonder dat ik het doorhad begon ik allemaal emoties te verwerken, die ik altijd weg had gedrukt. Dit was alleen veel te veel om te combineren met de stress van het normale leven dat ik me altijd op had gelegd. Ik zat in een burn-out. Vroeger zou ik dit niet getrokken hebben en zou ik alleen maar meer druk op mezelf hebben gelegd. Nu heb ik geleerd dat je niet altijd door kan racen, je hebt tijd nodig om te herstellen. Als je ziek bent geweest gun je jezelf dit, of als je been gebroken is, maar bij mentale ziekte of stoornis lijkt dat (van jezelf) niet te mogen. Ik heb in deze periode geleerd voor mezelf te kiezen. Ik heb heel veel niks gedaan en dit heeft me wel geholpen. Aankomende februari (2022) eindigt mijn therapie, 3.5 jaar na mijn afspraak bij de huisarts. Dit vind ik nog steeds heel eng, want wat als ik het niet zelf kan? Toch heb ik wel het gevoel dat ik nu veel handvatten heb die ik eerst niet had, en dat het allemaal wel goed komt. Ook als ik wel weer in een burn-out of depressieve periode terecht kom. Ik zal nog niet van mijn medicatie afgaan, dat vind ik nog te eng, and why fuck with a winning system? Ik zal altijd met mijn denkpatronen te maken hebben. Maar ik weet ook dat ik het ergste allemaal al overleefd heb. Het gaat stukken beter, maar er is nog steeds verbetering mogelijk en nodig. Ik heb weer energie om te genieten van hoe mooi het leven kan zijn.

“Nu heb ik geleerd dat je niet altijd door kan racen, je hebt tijd nodig om te herstellen. Als je ziek bent geweest gun je jezelf dit, of als je been gebroken is, maar bij mentale ziekte of stoornis lijkt dat (van jezelf) niet te mogen.”

Verbetering gaat niet altijd in een rechte lijn of even snel, maar dat hoeft ook niet. Vergeet ook niet dat therapie ongelofelijk tijd en energie rovend is. Je kan het niet allemaal tegelijk doen. Ondanks dat je wellicht wilt opgeven, er is licht aan het einde van de tunnel. Hoe moeilijk doorzetten ook is, je bent het waard. JIJ bent het waard om je goed te voelen, om steun te krijgen en om beter te worden. Zoek de hulp die je verdient, mensen zijn altijd gewillig om die te geven. Het is een lang traject, en er zullen waarschijnlijk altijd terugvallen blijven, maar het wordt absoluut beter! Accepteer dat het er is en blijf jezelf verbeteren, gun jezelf de rust die je verdient. Ook als je niet zeker weet of je klachten erg genoeg zijn, ga gewoon langs de huisarts of studentenpsycholoog, ze kunnen altijd met je meedenken. En vergeet niet: voorkomen is beter dan genezen.

Als je dit leest maar niet met dit soort klachten kampt: wees sympathiek. Zeggen dat iemand door moet bijten heeft niet per se zin ook al is het een begrijpelijke gedachte, als dat genoeg was zaten ze niet in deze situatie. Mijn advies is dus ook: vraag wat iemand nodig heeft: enkel een luisterend oor, meedenken of advies, of motivatie en afleiding en probeer er op die manier voor degene te zijn. Er gaat veel meer schuil in ieder persoon, dan je aan het oppervlakte ziet. Creëer de opening om erover te beginnen.

Ik sta altijd open voor vragen over mijn verhaal of om met je te praten als je in een soortgelijke situatie zit en er graag confidential met iemand over wilt praten! En schaam je er niet voor!

Liefs, Nina (Hardslag)


Geplaatst

in

door